1864

Gerard Heineken, man van de wereld

Op 15 februari 1864 zet Gerard Heineken voor de eerste keer zijn handtekening onder een persbericht. De boodschap van het bericht is dat de Maatschappij De Hooiberg is ontbonden en dat de brouwerijzaken zijn overgegaan aan Gerard A.Heineken. Gerard verzoekt de lezers nota te nemen van zijn handtekening. Hij kon toen niet vermoeden dat 150 jaar later zijn handtekening - zijn naam - tot in de verre uithoeken van de wereld een begrip zou zijn. Maar hij hoopte het wel en de ambitie had hij zeker.

Drie jaar na de overname van brouwerij De Hooiberg durft Gerard het aan om zijn bier aan een internationaal publiek te presenteren op een grote Internationale Tentoonstelling  in het nieuwe Paleis voor Volksvlijt in Amsterdam. Hij houdt er een medaille aan over maar zijn conclusie is duidelijk: weg met het “Hollandsch bier” en op naar “Bavarian beer”, een modern ondergistend bier dat internationaal in de mode is.  In de bestuursvergadering van 4 januari 1873 verklaren Heineken en zijn brouwmeester Feltmann dat op het Hollandsch bier niet wordt verdiend, dus de vergadering besluit om met de productie hiervan te stoppen.  Het is voortaan uitsluitend Beijersch bier dat wordt gebrouwen in de brouwerij aan de Stadhouderskade.  De heren van Vollenhoven & Co zullen de voorraad “Hollandsche fusten” overnemen inclusief de klanten.

 

etiket-lon.jpg etiket-bor.jpg

 

Op 17 februari 1873 stelt Gerard Heineken aan zijn medebestuurders voor om deel te nemen aan de Wereld Tentoonstelling die op 1 mei  in Wenen zal worden geopend door keizer Franz Joseph van Oostenrijk.  Men besluit “een voldoende hoeveelheid bier van de beste kwaliteit” daarheen te zenden, maar in de volgende vergadering wordt geconstateerd dat het maken van een etagère voor de tentoonstelling meer tijd kost dan voor de inzendingstermijn overblijft.  Bier gaat er dus niet naar Wenen maar Heineken stuurt wel zijn brouwmeester naar de tentoonstelling om te onderzoeken wat daar van belang kan zijn voor de eigen onderneming.  

De roem van het Heineken bier bereikt  in de zomer van 1873 Zuid Frankrijk waar de heer Allebé te Bordeaux  heeft gevraagd een agentuur te mogen voeren voor Zuidelijk Frankrijk.  Vanaf dat moment blijft Heineken geliefd in Frankrijk en in 1885 behoort Heineken al tot de grootste importeurs.

 

etiket-rio.jpg

 

Maar Gerard wil over de grenzen van Europa. In 1874 gaat Heineken met het oog op het exporteren van bier naar Zuid-Amerika  in de nieuwe brouwerij in Rotterdam een proef doen met het pasteuriseren van bier. Dat pakt goed uit en de export over zee komt op gang. Het oudste export journaal dat bewaard is gebleven begint met het jaar 1883.  In februari van dat jaar gaan er 50 kisten met 96 halve flessen per stoomschip Albingia naar Panama.  In september van hetzelfde jaar nog eens 81 kisten van hetzelfde. In het volgende jaar gaan er in het voorjaar  30 kisten naar Havana, 30 kisten naar Jamaica, 15 kisten naar Rio Grande do Sul, 30 kisten naar Berbice, en verder naar Santos, Rio de Janeiro , Caracas, Buenos Aires en Valparaiso.  

Al het bier dat buiten de landsgrenzen gaat en verder dan Belgie, wordt gebotteld. In hele flessen van 64 cl of halve flessen van 32 cl. De flessen worden verpakt in kisten van 48 hele of 96 halve flessen en over de flessen gaat ter bescherming een strohuls.  In het begin worden de flessen gesloten met een kurk maar door de lange reizen over zee konden die indrogen. Dat leidde dan tot lekkage, luchttoetreding en bederf, iets waar Heineken niet mee kan leven.  In 1880 worden de flessen voor het eerst gecapsuleerd en een jaar later verschijnt de vijfpuntige ster op de capsule zodat het voor iedereen duidelijk is waar het bier vandaan komt.
 

etiket-hk.jpg

 

Er worden voornamelijk drie soorten bier geëxporteerd : Vienna, Bavarian en Pilsener, alle drie ondergistende lager bieren vernoemd naar de plaats van herkomst, Wenen, Beijeren en Pilsen.  Officieel zou het laatste bier “biere de Pilsen” moeten heten maar volgens brouwmeester Feltmann leidt dat tot verwarring  en daarom laat hij “Pilsener” op de etiketten zetten. 


De export beperkt zich niet tot Zuid-Amerika. Gerard stuurt zijn bier de hele wereld over:
langs de Afrikaanse kusten wordt Heineken bier geleverd in Accra, Cape Town en Zanzibar.  En verder naar Colombo, hoofdstad van de nieuw gecreeërde kroonkolonie Brits Ceylon,  en Rangoon, in 1885 de hoofdstad geworden van het toenmalige Brits Birma. Ook Tientsin, de oude Chinese havenstad voor Beijing die sinds 1860 openstaat  voor handel met het buitenland, wordt aangedaan net als  Shanghai en Hong-Kong.  En in het “Royal Hotel” in Levuka, het oudste hotel in de Stille Zuidzee op de Fiji eilanden, kan de toerist dan al een Heineken drinken.  In 1885 worden daar 40 kisten met hele flessen Pilsener en 10 kisten met halve flessen afgeleverd voor ruim 85 pond.

Van cruciaal belang voor de export zijn betrouwbare agenten en handelshuizen. De export naar Zuid-Amerika is voor een groot deel in handen van Duitse agenten en commissionairs zoals het huis A.G.W. Hamman uit Hamburg.  Voor het beleveren van het uitgestrekte Britse koloniale rijk wordt met  Engelse agenten gewerkt zoals de heren Shephard & Co te Londen, exclusief agent van Marquis deLussac  champagne en Heineken’s bier. 

Het laatste export journaal eindigt abrupt in maart 1893, even abrupt als er aan het leven van Gerard Heineken een einde komt. Het lijkt alsof Gerard zelf in het journaal exact bijhield waarheen zijn bier werd verscheept. Op zijn werkkamer had hij vier scheepsmodellen staan, ongetwijfeld van de schepen die zijn bier over de wereld vervoerden, misschien wel het stoomschip Albingia  of Eldorado.

 

gheineken.09-260x185.jpg

DOWNLOAD GESELECTEERDE AFBEELDINGEN

Whooops!

Something went wrong while loading the collection, please try again to get a better experience.

RETRY