In een toespraak bij de opening van de totaal vernieuwde Brand brouwerij in 1937 zei Guus Brand: ‘De brouwerijinstallatie zal over 100 jaar wellicht verouderd zijn, maar het keldertje zal over 100 jaar nog getuigen van een bloeitijdperk onder de Limburgsche Kunstenaars.’ Hoe waar blijken die woorden driekwart eeuw later! De brouwerij onderging ondertussen vele veranderingen, de ontvangstruimte van de Brand Brouwerij in Wijlre, “’t Kelderke” zoals het al gauw in de volksmond werd genoemd, is onveranderd gebleven en is nog steeds het hoogtepunt van een bezoek aan de brouwerij.
‘t Kelderke werd gebouwd door de architect Jos. Wielders (1883-1949) uit Sittard, die vele kerken in Limburg bouwde. In ’t Kelderke kwamen wandschilderingen met typisch Limburgse taferelen van de kunstenaar Harry Koolen uit Meerssen (1904-1985). Henri Schoonbrood (1898-1972) uit Maastricht ontwierp een glas-in-lood raam waarin het genot van het bier drinken centraal staat. Beide kunstenaars hadden les van de Antwerpse kunstenaar Jan van Puyenbroeck (1887-1972), die tijdens de Eerste Wereldoorlog was uitgeweken naar het Limburgse Meerssen.
Kunstenaars bleven nauwe banden onderhouden met Brand en bezochten de Brouwerij en ‘t Kelderke graag, zoals blijkt uit het gastenboek van ’t Kelderke dat vanaf 1937 en gedurende de oorlog gebruikt werd. Daarin staan vele prachtige tekeningen, ondermeer van Charles Eyck uit september 1942. Charles Eyck (1897-1983) werd geboren in Meerssen en maakte deel uit van de zogenaamde ‘Meerssense School’ van Jan van Puyenbroeck. Hij ging in 1918 samen met Harry Koolen naar de Rijksacademie in Amsterdam. In de jaren vijftig maakte hij een tekening voor Brand met reclame voor Brand Up ’52, ‘Het bier der Uptimisten’. Ook De Midden Limburgsche Kunstkring “Remunj ‘45” bezocht de Brand Brouwerij. Op 5 oktober 1953 boden zij Brand ter gelegenheid van hun bezoek een bundel met tekeningen aan.
Blik op Kunst 2000/2001
In 2000 initieert Brand een grootschalige campagne waarbij veel verschillende kunstenaars worden betrokken. Dit keer gaat het niet om de inrichting van een ruimte, maar zijn de opdrachten divers en worden de moderne media ingezet. Maar er is nog iets veranderd ten opzichte van 1937: dit keer worden geen Limburgse kunstenaars, maar internationaal bekende kunstenaars in de arm genomen. Brand heeft haar horizon verlegd en hoopt zo een groter publiek te bereiken. De campagne heet ‘Blik op kunst’. Er wordt een website gelanceerd met die naam en twee kunstenaars krijgen de opdracht om Brand bierblikjes te ontwerpen. In 2000 verschijnen de blikjes van Rob Scholte (geb. 1958) met het thema aarde, lucht, water en vuur. Rob Scholte was bij het grote publiek vooral bekend geworden doordat hij in 1994 een bomaanslag overleefde toen hij voor zijn huis in Amsterdam in zijn BMW stapte. Hij verloor daarbij beide benen en brengt sindsdien zijn leven in een rolstoel door. In 2001 komt Corneille (1922-2010) met zijn blikjes die de vier seizoenen uitbeelden.
Ondertussen krijgen enkele kunstenaars, waaronder de Amsterdamse schilder Peter Klashorst (geb. 1957), de opdracht om een groot doek van 2 bij 6 meter te beschilderen. Deze doeken worden gebruikt voor vrachtwagens van Brand en rijden door het hele land. Ook het publiek wordt op allerlei manieren betrokken bij de campagne; via de website, maar ook via bijvoorbeeld het Brand Noordwijk Schilderfestival dat in de zomer van 2001 wordt gehouden. Met de ‘Blik op Kunst’ campagne wil Brand laten zien waar zij, net als kunst, voor staat: kwaliteit, ambacht en ‘stijlvol genieten’. Eigenlijk is dat nog precies hetzelfde als wat Guus Brand in 1937 wilde laten zien in de ontvangstruimte van de Brouwerij. En ook de spreuk op het glas-in-lood raam uit 1937 is daarbij nog steeds actueel: ‘Kaart, kous en kan, maakt menig arm man, maar die het recht gebruik van deze drie ooit namen, behoefden nimmer zich voor eenige mensch te schamen’.