INFO
Brief van Gerard Adriaan Heineken aan zijn moeder
30 juni 1863
Stadsarchief Amsterdam
Een jonge ondernemer
‘Lieve Moes!’, zo begint de 22-jarige Gerard Heineken in krullende letters deze brief aan zijn moeder. Hij heeft zojuist gesproken met twee commissarissen van ‘Den Hooijberg’ aan de Nieuwezijds Achterburgwal. Deze fameuze brouwerij uit 1592 doet het de laatste tijd minder goed en vertegenwoordigt nog maar een waarde van 86.400 gulden, ‘dus niet erg groot! Vind U wel.’
Anna Heineken-van der Paauw logeert buiten de stad als ze, ongetwijfeld hoofdschuddend, leest over Gerards ambitieuze plan om de oude brouwerij over te nemen. Gerard is nog minderjarig en wordt niet gehinderd door enige kennis van bierbrouwen. Bovendien is de bierconsumptie in Nederland sinds de 17de eeuw behoorlijk ingezakt. Deftige mensen drinken wijn, koffie, thee of cacao. Voor arbeiders volstaat jenever ‒ beter houdbaar ook.
Ondernemer
Maar Gerard Heineken is niet voor niets een koopmanszoon, die als ondernemer in hart en nieren gelooft dat hij ‒ met hulp van een goede brouwmeester ‒ de Hooiberg weer rendabel kan maken. Ook maatschappelijk heeft hij de wind in de rug: de overheid ziet graag dat arbeiders hun sterke drank verruilen voor ‘gezond’ bier. Bier is dus een ideale investering voor mensen met geld en lef, zoals Heineken.
Alles of niets
Op 15 februari 1864 tekent Gerard Adriaan Heineken, vervroegd meerderjarig verklaard, het koopcontract voor de Hooiberg. Als enige eigenaar bezit hij de aandelen van alle 80 aandeelhouders. ‘Alles of niets!’, schrijft hij in deze brief.
Heineken’s bier
Achter de nieuwe firma Heineken & Co schuilt maar één drijvende kracht: Gerard zelf. Hij werkt dag en nacht door, spijkert razendsnel zijn kennis bij en doet voortvarend aan promotie bij herbergiers ‒ ‘uitmuntend novemberbier’ met recht van retour. Hij zet een vertegenwoordigersnetwerk op, onderzoekt buitenlandse brouwmethoden en imiteert bier van concurrenten. Heineken’s bier is hier, om niet meer weg te gaan.