INFO
Sloop van een deel van de Heineken-brouwerij te Amsterdam: mozaïek uit de gevel van de fustenopslag
1992
zwart witfoto
h 20,2 x b 25,2 cm
Fragment van een stijlvol verleden
Op 22 april 1988 proosten personeels- en directieleden op de sluiting van de Amsterdamse vestiging, in het Koelschip aan de Stadhouderskade. Ze drinken Brouwsel 1466, het allerlaatste bier uit de koperen ketels.
De sluiting van ‘Amsterdam’ volgt op die van ‘Rotterdam’ , waarvan het personeel al in 1975 is verhuisd naar de nieuwe brouwerij in het Zuid-Hollandse Zoeterwoude. Net als Rotterdam destijds is de Amsterdamse vestiging hard toe aan modernisatie. Dat is de investering niet meer waard: het tijdperk van de stadsbrouwerij is met de huidige drukte en transportproblematiek ten einde.
Bij de personeelsleden in Amsterdam stuit het vertrek uit het ruim honderdjarige gebouwencomplex op een scala aan emoties. Sommige ouderen zien het als aanleiding om vervroegd te stoppen met hun zo geliefde werk. Anderen zien een uitdaging in de ultramoderne brouwerij in Zoeterwoude. Sommigen voelen zich gefrustreerd en zijn ronduit boos. Maar vrijwel iedereen heeft gevoelens van verdriet en nostalgie om alle herinneringen - geromantiseerd of niet - die aan de Stadhouderskade achterblijven.
Afscheid
Ook Freddy Heineken heeft moeite met het afscheid. ‘Ik wil wel gewoon wat houden van de brouwerij hier’. Dankzij die uitspraak, en omdat de Amsterdamse brouwerij enorm populair is bij toeristen, blijven de gebouwen aan de Stadhouderskade behouden de oude brouwhuizen, moutsilo's en het grote legkeldergebouw. Het brouwhuis wordt getransformeerd tot bezoekerscentrum, de latere Heineken Experience . In Rotterdam is na de sloop alleen het monumentale kantoorgebouw van architect Willem Kromhout overgebleven. Dat staat lange tijd leeg, maar krijgt uiteindelijk in 2022 een herbestemming als multifunctionele locatie, met onder meer vergaderruimten, horeca en een museale publieksfunctie.
Sloopkogel
Ook een aantal Amsterdamse brouwerij-onderdelen moet aan de sloopkogel geloven. Het gaat om de gebouwen achter de Stadhouderskade, zoals de fustenopslag op de hoek Eerste Van der Helststraat-Quellijnstraat. Ze maken plaats voor een plein met woningen, winkels en kantoren. Tijdens de sloopwerkzaamheden sneuvelt het naammozaïek dat jarenlang het straatbeeld heeft bepaald op de kruising van de fustenopslag. De foto herinnert aan de eeuw tussen 1873 en 1972, toen het concern bekend stond als Heineken’s Bierbrouwerij Maatschappij (HBM).
Een kwestie van smaak
Het nieuwe plein achter de brouwerij, midden in de kunstenaarsbuurt, wordt toepasselijk vernoemd naar Marie Heineken (1844 1930): Amsterdams schilder, aquarellist, pastellist én nicht van oprichter Gerard Adriaan. Vooral haar bloemstillevens zijn bekend. Afgaand op haar werk kun je je afvragen of deze Amsterdamse joffer het als eer had beschouwd om haar naam te verlenen aan dit tamelijk geestloze stedenbouwkundig ontwerp. Al blijft zoiets natuurlijk een kwestie van smaak.