INFO
Winkeldisplay met drie gele Heineken’s Bier-kisten
1955
hout, metaal, verf
h 155 x b 65 x d 55,5 cm
Getapte kisten
Je kunt je nauwelijks meer voorstellen dat Heineken lang geleden flessenbier in houten kisten leverde. Deze winkeldisplay herinnert aan die tijd. Hoe het begon (en eindigde) vraagt even een lesje bierkrat-geschiedenis.
Al vanaf de oprichting in 1873 probeert Heineken’s Bierbrouwerij Maatschappij (HBM) de houdbaarheid van het bier te verbeteren. Een belangrijke uitvinding is de verhittingsmethode van de Franse bacterioloog Louis Pasteur.
Van fust naar fles
Met het oog op de export naar Zuid-Amerika doet de nieuwe Rotterdamse brouwerij in 1874 een proef met ‘pasteurisatie’. Dat gaat lastig met bier in houten fusten. En dus bottelt Heineken het exportbier voortaan in flessen. Van donkerbruin glas, voor betere conservering. De flessen sluiten met een kurk, maar die blijkt in te drogen tijdens lange reizen en te leiden tot lekkage en bederf. Vanaf 1880 krijgen de exportflessen een capsuledop. Ze worden verpakt in houten kisten met over elke fles een strohuls ter bescherming.
Flessenbier
In 1894 krijgt het flessenbier ook in de Nederlandse horeca een flinke impuls dankzij de glasblaasmachine van Claude Boucher. Het bottelen en distribueren gebeurt door Heineken-agenten in heel Nederland. Zij leveren naast flessenbier vaak ook spuitwater en limonade. Pas rond 1930 gaat Heinekens Rotterdamse vestiging zelf bottelen. De nieuwe bierfles model ‘pul’ is bedoeld voor de Nederlandse thuisconsument. De fles heeft geen kroonkurk, zoals de BNB voorschrijft, maar een Alka-sluiting: een aluminiumdop met een laagje kurk eronder. Je kunt de dop er zó afscheuren.
Met en zonder klep
De eerste Alka-flessen gaan per 24 in houten bierkisten met een triplex deksel. Die is bedacht om horecazaken, slijters en kruideniers tegemoet te komen. Bij gebrek aan opslagruimte bewaren zij het flessenbier immers vaak buiten, waar de regen de etiketten van de flesjes spoelt en de zon de biersmaak achteruit doet gaan. Maar gaandeweg komen er open kisten voor de Alka-flessen in omloop, met metalen hoekjes ter versteviging.
Alleen op verjaardagen
Het flessenbier slaat aan bij de middenstand, maar klanten kopen zelden een hele kist tegelijk. In de magere jaren tussen 1930 en 1950 halen mensen alleen voor verjaardagen bier in huis. Ook uit de gevulde display van gele kisten pak je losse flesjes. Dit type kist verschijnt begin jaren 1950, bedrukt met de tekst ‘Heineken’s / Het meest getapt’. Letterlijk, maar ook in de zin van ‘populair’.
Stapelkratten
Zo’n 20 jaar blijft de geelhouten kist beeldbepalend. Totdat Het Algemeen Handelsblad op 23 juli 1970 meldt: ‘Wavin te Hardenberg heeft van Heineken een opdracht ontvangen voor de levering van meer dan een miljoen plastic kratten. Het gaat hier om kratten voor bierflessen die op en naast elkaar kunnen worden gestapeld. De opdracht vloeit voort uit het besluit van Heineken om over te schakelen van houten op kunststofkratten.’