INFO
Bessel Kok
Machinekamer in de Heineken-brouwerij te Amsterdam
ca. 1984
pastelkrijt op papier in houten lijst
h 78,8 x b 103,4 cm
Mens en machine in kleurig krijt
In 1983-1984 tekent kunstenaar Bessel Kok (1927-1991) bij Heineken in Amsterdam. Hij is vooral geboeid door de apparatuur en de processen, zoals hier in het ketelhuis, de machinekamer van de brouwerij. Op deze pastel heeft Kok rechts opslagtanks afgebeeld en in de voorgrond zeven bierfusten. In de achtergrond is de koolzuurtank te zien.
Een jaar lang is Kok vrijwel iedere dag stipt van 9 tot 5 te vinden in de bedrijfsgebouwen aan de Stadhouderskade. Als een ‘journalist in beelden’ maakt hij de tekeningen met pastelkrijt ter plaatse op zijn ezel; in de machinekamer maar ook in het brouwhuis, de lagerkelders en de bottelarij. Daar komen nieuwsgierige Heineken-medewerkers regelmatig even kijken en een praatje maken. Kok krijgt allerlei vragen: over zijn leven als kunstenaar, hoe hij denkt over zijn eigen werk en over dat van hen, in de brouwerij.
Waarom?
Eén vraag keert steeds terug: waarom doet u dit werk? Van huis uit is Bessel Kok portretschilder. Die interesse in de mens combineert hij met zijn fascinatie voor machines in de krijttekeningen van de brouwerij-interieurs. Wat hem steeds meer gaat interesseren zijn de werksfeer en de aandacht waarmee de mensen omgaan met hun materiaal en machines. Het blijkt een vat aan inspiratie.
Heineken Galerij
De tekeningen zijn allereerst te zien voor de medewerkers, in de bedrijfskantine in de Van der Helststraat. Acht werken worden aangekocht en in de Heineken Collection opgenomen. Najaar 1984 volgt een expositie in de Heineken Galerij . Die bevindt zich op de begane grond van de bottelarij aan de Ferdinand Bolstraat. Geestelijk vader van de Galerij is beeldhouwer-schilder Henk Hesselius. Hij overtuigt de directie in 1965 om Heinekens commerciële ‘etalage’ blijvend te bestemmen voor exposities van hedendaagse beeldend kunstenaars. Een van de eerste gelukkigen is in 1966… Bessel Kok.
Kunstkijkkast
Samen met Ad Sinkeldam van Heinekens reclameservice en perschef Robert Elfrink vormt Hesselius jarenlang de drijvende kracht achter dit succesvolle initiatief. Moest hij in het begin zelf collega-kunstenaars bellen of ze alsjeblieft bij Heineken wilden exposeren, bij het koperen jubileum in 1978 vertelt hij dat ze de aanvragen bijna niet meer aankunnen, zo’n 200 per jaar. Amsterdammers komen met de tram uit alle hoeken van de stad wanneer een nieuwe tentoonstelling te zien is. Ten tijde van Bessel Koks solo-expositie in 1984 is de ‘kunstkijkkast’ niet meer weg te denken uit het straatbeeld.
Einde in zicht
In 1990 kan Hesselius terugkijken op een kwart eeuw artistieke spanning en variatie. Zo’n 10 tentoonstellingen per jaar, tot ‘levende galerijen’ met performances aan toe. Helaas is het einde dan in zicht: vanwege de verhuizing van de brouwactiviteiten naar Zoeterwoude wordt de bottelarij afgebroken, inclusief de straatgalerij.