INFO
Gerard Adriaan Heineken
(1841 - 1893)
Wegner & Mottu
ca. 1870
Ontwikkelgelatinezilverdruk
h 53 x b 39,5 cm
Selfmade-brouwer
De Amsterdamse brouwerij De Hooiberg levert in de 19de eeuw bovengistend bier, zoals het bekende Princessebier. Toch wordt er ook al geëxperimenteerd met het nieuwe Duitse pilsener . Vooralsnog zonder veel succes: dit heldere bier vraagt om een lage brouwtemperatuur (dat lukt alleen ‘s winters) én er zit dubbele accijns op.
Als Gerard Heineken de Hooiberg-brouwerij in 1864 overneemt, blijft hij daarom traditioneel bovengistend bier produceren, vooral werkmansbieren zoals Ale en Porter. Maar al gauw merkt hij dat pilsener steeds populairder wordt in Nederland ‒ en dus richt Heineken zijn blik toch weer op dit heldere ‘heerenbier’. Hij stuurt collega’s in het buitenland op onderzoek uit en haalt in 1869 de Duitser Wilhelm Feltmann naar Amsterdam, een kundige brouwmeester. Dat de man ook een lastig portret is, neemt Heineken voor lief. Hij heeft Feltmann nodig, om zijn brouwerij technisch klaar te stomen voor de toekomst.
Vastberaden voorop
Zie op zijn foto die vastberaden blik van de selfmade-brouwer: dit is een man die weet waar hij mee bezig is. Die met zijn modieuze bakkebaarden perfect past in Amsterdams Tweede ‘Gouden Eeuw’; de periode na 1850 waarin de verarmde, verloederde hoofdstad razendsnel moderniseert tot metropool à la Wenen en Parijs. Heineken gaat daarin voorop, met zijn investeringen in nieuwe brouwtechnieken. Maar ook bijvoorbeeld in mondaine grand-cafés ‒ zoals Die Port van Cleve , gevestigd in de oude Hooiberg-brouwerij: een deftige uitgaansgelegenheid die in 1879 de Amsterdammers verbijstert met … elektrisch licht.
Sociaal
Maar ook in sociale zin is Gerard Heineken modern. Als directeur is hij opmerkelijk menselijk voor zijn tijd en steunt zijn personeel in allerlei opzichten. Ook werkt hij als penningmeester bij de Volksgaarkeuken en laat hij betaalbare arbeiderswoningen bouwen. Je kunt deze Heineken-huisjes nog altijd bekijken in de Amsterdamse Diamantbuurt.